Leven (16-19)
16. (Straatlied uit verveling) Drie uur één minuut twaalf seconden Groene Porsche met ouwe heer Honderd vierentwintig maal Fiat En een Opel die records breken wil. Waag je kans voor de Olympiade train en loop en spring vooruit voorwaarts voor de ultieme triomf Triumph van gouden benen voor weinigen bestemd versmacht de liefhebbers simpele duiven winnen geen vette kluif geen gejuich, geen applaus Mercedes oké , Seat OLE Volkswagens kevers razen weer door de straten Wat zou je liefst doen ? zwemmen in zee met een dolfijn of vliegen als een meeuw of rennen als een luipaard De Tour van de wereld Peugeot (ach la douce France) Mazda, Honda, Toyota Gewone mensen rijden zelf rond niet met Rolls of Bentley en chauffeurs met een kepie tot over de oren. BMW en weer een Fiat een kleine dan Volvo echt zweeds staal Een rode Volvo op het zwarte asfalt Het zwarte asfalt draagt een rode Volvo De Volvo die rood is rijd op het asfalt dat zwart is. Het warme zwarte asfalt steunt de zwarte banden van de rode Volvo. DE rode Volvo wordt voorbijgesneld door een Jaguar De straat is verdomme geen racebaan ! Geen Zolder of Indianapolis Wat is die naam muzikaal Hoe glimmend het ovaal Luid de kreten van honderduizenden en woest het gegier van banden Rode Kruis Wagen is er weer doet ook een wedstrijd om een onfortijnlijke Heer die het racen niet laten kan te redden. drie uur één minuut veertig seconden 17. (een morgen) Het doodshoofd knikt opent de mond en lacht De schedel schuift naar voor en een tand breekt af en valt in een waterplas. Het ijskoude ijswater springt in het gelaat van een oude vrouw. De rimpels in het gezicht worden gevuld met water. De groeven dragen het kille vocht naar de kin De tandeloze mond opent zich en de droge tong zoekt naar water. Armbeenderen spreiden zich open en zoeken naar de vrouw Krakende handen steken vooruit Een vinger breekt af en valt in een plas bloed van een dode autorijder. De oude vrouw met de duizend rimpels neemt haar stok en slaat een rib af Een tweede slag gaat naast Haar trouwe hond ontvangt de slag op de muil Nog een zacht gegrom is te horen in de morgen. De oude vrouw loopt in de armen van het skelet. Zonder te drukken sluiten de beenderen zich rond haar Een zacht snikken en het gekraak van een verbrijzelde teen is alles wat de morgen hoort. 18. (Eenjaarsvlieg) Sterren in zilverkleurige afwijkingen en strepen vergroend door de regen. Sterren in bladgoud en zilver en strepen in verguld koper. Waterlanders vloeien naar de beek steeds naar de rivier. Water zoekt water, zoekt water en water doet armen en benen vervloeien. Traag is de zon en dus langer de nacht. Een dag van twintig uren is een nagel in het hoofd. Koud als een glas bier, zacht als een engel die op je tong plast, zoet als de zoetste honing. Juffrouwen in een oude zetel van verkleurd satijn, met harten van gestolde olie en benen van plastiek. De nacht is kort en de morgen vroeg Duizendpoot, stap goed eerst links dan rechts terug links en rechts en dan links en rechts in het tempo van een haas. Coördineren is moeilijk Concentreren vervelend. Je buik klutst en klutst en het hoofd is een warboel, Een waterkan die overkookt. De ogen die de sterren niet meer zien moeten het middelpunt raken en trekken en laden en schieten trekken en laden en schieten trekken en laden en schieten trekken en laden en schieten de helden neer. 19. (omega) De grote blauwe winterzon vernietigde de ozon. Odrie-moleculen vielen op Otwee zielen. Monozuurstofatomen kraakten toen ze aarde raakten. Een groene nevel omhulde de hoofden. Diegene die ze al zo lang loofden besloot niets te doen. Hij dacht aan de zoen die men hem gegeven had toen hij innig bad. De hoofden werden groen verkleurd Daarna waren de handen aan de beurt De rug, de benen, de borst, alles kreeg een groene korst. De mensen zijn nu bomen die de snelwegen omzomen.
|