LEVEN
1.
Wanneer de maan achter de loodsen verdwijnt, komt de zon al op in het oosten. Al opgemerkt dat de zon steeds opkomt in het oosten ?
Wanneer wij willen vliegen in een gele boot kunnen we evengoed op de wolken wiegen tot een donzen dood ons scheidt van de grond.
De man zonder HART liep gehaast in de straat. De man zonder LIEFDE liep zoals altijd in de maat.
In een poging te ontsnappen aan de zuignappen van de grauwe straat kunnen we onderduiken in plaatsen zonder luiken zonder nijd of haat.
Plezier kun je overal kopen, je kunt er mee lopen, langs elke SJIEKE laan, en elke gore binnenbaan.
Wanhopig vastklampen aan waarden
staat gelijk aan ontaarden
in een web van ragfijn
om je heen gespannen
stalen kabels.
2.
Tram dertien voor iedereen, maar tram één voor mij alleen. Bus zeven - bis voor de teven Bus zeven - ter voor één reu. Maar een taxi voor Tommy
(Taxi voor Tommy)
(Taxi voor Tommy)
(Taxi voor Tommy)
TAXI VOOR TOMMY !
Tommy my boy Come here and enjoy the last game of the season.
De trein voor the chunnel, verlaat het zuidstation. De mensen achter de ramen. keuren de perronkruiers voor het laatst vandaag.
(Taxi voor François)
(Taxi voor François)
(Taxi voor François)
TAXI VOOR FRANçOIS !
Viens ici petit François C’est trop dangereux de jouer dans la rue.
3.
Ladders beklimmen,Wormen glimmen, De Steunen zijn o zo rot, dat zelfs geesten doorvallen, van Zeven verdiepingen hoog, Het eens zo trotse gebouw, Dompelt nu mensen in rouw.
Cyclonen over zee,de woeste stormen, en de wilde warme winden razen over het land, nemen alles mee op hun weg naar een nieuw begin.
Grootwarenhuis in brand, Vliegtuigen in vuur, schepen op het strand, Water zover je zien kunt, Geen organisme wordt eeuwig leven gegund. dit is dus Heimwee voor later.
4.
Het helle licht van groene, blauwe gele en rode kleuren vloeit ineen tot een onbegrensde reflecterende materie, die traag tergend uit de wijdgeopende mond van een zwartharig lang blank meisje vloeit. Een zwarte jongen buigt zich naar haar en vangt de hete brij in zijn handen op, om ze waanzinnig weg te slingeren op de zwarte wagens die staan te kijken op het werk dat ze net kwamen te verrichten in hun vlucht van de noeste arbeid.
Op deze lentedag, waar de huizen, de straten de bomen de ramen de mensen het zonnelicht weerkaatsen als groene gele rode blauwe en witte en paarse en oranje vuurballen, terug naar de hemel, waar de zon helder als een blanke ster zacht heersen wil over een planeet die niet luisteren kan.
5.
Een inktvis zwemt traag over de koralen die geheel de bodem van dit stukje oceaan bedekken met een rode gloed die het hart van de zeepaardjes veroveren.
Mijn hand betast zacht de koralen uit schrik de grillige fascinerende vormen te beschadigen of te krenken.
De zee is zacht en stil en draagt in zich een oneindige sfeer die langzaam van zinkwit overloopt naar ivoor en dan naar rose.
De inktvis is verdwenen en de koralen zijn zwart geworden. De zee is onrustig en bruisend houdt ze me gevangen in haar vele draaikolken. Ik ben weer terecht op de aarde en in de stad en op straat waar weer die auto’s voorbijrazen zonder mij een ogenblik rust te laten.
Ik zie weer die voortschrijdende massa wriemelende mensen, zowel : kinderen die terug naar school gaan, als de duizenden arbeiders en de duizenden bedienden die opnieuw werken gaan.
Ik zit op de stoep en denk aan die citroengele inktvis Laten we maar vergeten dat hij slechts bestaat in geesten van dromers.
|